De ontsluiting tijdens je bevalling

Geboorte Bevalling en geboorte De ontsluiting

Wat is ontsluiting?

Het is zover… je bevalling begint en binnen niet al te lange tijd kun je eindelijk je kindje in je armen sluiten. Maar eerst moet je nog de bevalling door en dan vooral de ontsluitingsfase. Wat is nu precies ontsluiting en hoe verloopt dat hele proces eigenlijk? Wij leggen het je uit.

Ontsluiting betekent heel kort gezegd het opengaan van de baarmoeder. Dit is nodig om uiteindelijk de baby naar buiten te kunnen persen. Persen kan namelijk pas bij volledige ontsluiting, de diameter van de geopende baarmoedermond is dan 10 cm.

De baarmoedermond

Voor de ontsluiting is het nodig dat de baarmoedermond verweekt en verstrijkt. Het verweken houdt in dat het weefsel van de baarmoedermond soepeler wordt en het verstrijken is dat de baarmoedermond dunner wordt tot deze gelijkloopt met de wand van de baarmoeder zelf. Pas hierna opent deze zich, de ontsluiting.

Ga je bevallen van je eerste kindje, dan is de baarmoedermond meestal nog behoorlijk stug, waardoor de verweking wel wat langer kan duren. Beval je van een volgend kindje, dan gaat deze eerste fase vaak een stuk sneller. Het kan zelfs zo zijn dat je al een paar dagen of zelfs weken met een beetje ontsluiting rondloopt. Dit betekent niet dat de bevalling dan al begonnen is. Het scheelt je wel al wat voorwerk.

Het noodzakelijke kwaad

Je hebt waarschijnlijk al van alles over de bevalling gelezen. Dan weet je dat de ontsluiting gepaard gaat met weeën. Iets waar zwangeren vaak erg tegen opzien. We geven toe, het is geen pretje, maar je ertegen verzetten maakt het alleen maar pijnlijker. Je zit dan namelijk met je angst de ontsluiting in de weg.

Je kunt de bevalling en de ontsluiting misschien een beetje vertragen, maar die baby moet er uiteindelijk toch uit! Je kunt je dus het beste overgeven aan de weeën tijdens de ontsluiting.

De beginfase

In de eerste fase van de ontsluiting zijn de weeën vaak nog niet zo krachtig en heftig. Ze duren kort en er zit wat langere tijd tussen de weeën. Bij een eerste bevalling kan de duur van deze fase enorm verschillen. Bij de ene duurt het meer dan een dag, bij de ander maar een paar uur. In deze fase kun je de weeën waarschijnlijk nog prima opvangen. Aan het eind van de beginfase heb je zo’n 4 cm ontsluiting.

De middenfase

Na de beginfase komt de ontsluiting en dus de bevalling meestal goed op gang. De weeën worden krachtiger en er zit minder tijd tussen. Gemiddeld komen ze om de vier minuten, duren ze zeker een minuut en vordert de ontsluiting ongeveer 1 cm per uur bij een eerste kindje. Gemiddeld, want elke zwangere en elke bevalling is natuurlijk anders!

In deze fase van de ontsluiting heb je vaak al je aandacht nodig om de weeën op te vangen. Veel vrouwen keren zich nu wat meer in zichzelf, een soort oermechanisme. De middenfase loopt tot 8 cm ontsluiting.

De eindfase

De laatste fase, tot je volledige ontsluiting van 10 cm hebt, is vaak het zwaarst. De weeën zijn echt heftig en komen kort na elkaar. Je moet alle zeilen bijzetten. Maar: je bent er bijna! In deze fase roepen vrouwen vaak ook dat ze hierna nóóit meer een kind willen, dat ze er hier en nu ter plekke mee willen stoppen, dan maar geen baby!

Veel vrouwen zitten echt in zichzelf gekeerd en slingeren tussendoor nog wat nare verwensingen naar hun partner. Wees gerust, het hoort er allemaal bij. Laat je gewoon gaan, daar is alle begrip voor. Aan het eind van deze laatste fase heb je als het goed is 10 cm ontsluiting en kan het zijn dat de weeën ineens anders aanvoelen. Je krijgt dan persdrang.

Soms krijg je al persdrang terwijl je nog niet volledige ontsluiting hebt. Je verloskundige of gynaecoloog coacht je dan om de persweeën weg te zuchten tot je wel volledige ontsluiting hebt. Als je baby hier echter onder te lijden heeft, zijn hartslag daalt dan bijvoorbeeld, dan kan het zijn dat er een knip wordt gezet zodat je eerder kunt gaan persen.

Goed door de ontsluitingsfase komen

Dat de ontsluiting pijn gaat doen is bekend. Ben je daar erg bang voor, bespreek het dan met je verloskundige. Met haar kun je ook over eventuele pijnbestrijding hebben. Er zijn ook een aantal dingen die je zelf kunt doen om deze fase wat zekerder tegemoet te gaan en beter door te komen. Het belangrijkste is dat jij je, ondanks de pijn, kunt ontspannen. Zorg dat de ruimte waar je bevalt, prettig aanvoelt.

Of je nou thuis bevalt of in een ziekenhuiskamer, maak er een eigen, vertrouwd plekje van. Zorg ook voor eten en drinken waar jij blij van wordt, muziek die je helpt te ontspannen, lekker zittende kleding of neem je oude knuffelbeestje bij je dat jou al dertig jaar troost biedt in moeilijke momenten. Zorg in de beginfase ook voor wat afleiding. Zo ga je al wat meer ontspannen de volgende fase in.

Wil je je moeder, zus of vriendin toch ineens niet bij de bevalling? Wil je dat je partner nou eindelijk eens stopt met die koude washandjes op je voorhoofd en lieve woorden in je oor? Geef zoiets dan gewoon aan. Doe wat voor jou op dat moment goed voelt en voel wat je nodig hebt. Jij bent de baas. Vergeet niet, jij bent bezig met een hele bijzondere en belangrijke taak: je kindje zo goed mogelijk op de wereld zetten!