Liggingsecho bij stuitligging of dwarsligging

Zwanger Echo Prenataal onderzoek Liggingsecho bij stuitligging

Liggingsecho

De ligging van de baby is erg belangrijk tijdens de bevalling. De meest voorkomende ligging van de baby is de achterhoofdsligging. Slechts 5% van alle baby’s heeft een andere ligging. Denk aan een stuitligging of dwarsligging. Ongeveer rond 35 weken zwangerschap wordt een liggingsecho gemaakt en gekeken hoe het kindje ligt.

De ligging van je baby

Tijdens de zwangerschap draait de baby in de baarmoeder rond en neemt verschillende houdingen/liggingen aan. Vanaf ongeveer de 32e week van de zwangerschap gaat de baby meestal indalen en met het hoofdje naar beneden liggen om zich klaar te maken voor de geboorte.

De baby groeit de laatste paar weken best hard waardoor de ruimte in de baarmoeder steeds kleiner wordt. Soms lukt het de baby daardoor niet meer om zich te draaien. Het is belangrijk om te weten hoe de ligging van de baby is voor een goede voorbereiding op de bevalling.

Stuitligging

Bij een stuitligging ligt de baby omgekeerd in de buik. Bij een volkomen stuitligging ligt de baby met de voetjes naar beneden en het hoofdje bovenin de baarmoeder. Bij een onvolkomen stuitligging ligt de baby met de billen naar beneden en het hoofdje ook bovenin de baarmoeder.

Het is van belang te weten hoe het kindje ligt omdat het tijdens de bevalling voor problemen kan zorgen. Baby'tjes kunnen het benauwd krijgen als ze in een stuitligging liggen. Bij een stuitligging ben je verplicht in het ziekenhuis in het bijzijn van een gynaecoloog te bevallen omdat de risico's groter zijn dan wanneer de baby in de achterhoofdsligging ligt.

Dwarsligging

Bij een dwarsligging ligt de baby dwars in de buik. Dit komt vaak voor bij vrouwen die 4 of meer kinderen heeft gekregen, de bekken te nauw zijn of de placenta voor de bekken ligt. Het is niet mogelijk om op een natuurlijke vaginale manier te bevallen tenzij de baby gedraaid kan worden met een uitwendige draaiing.

Wat te doen bij een stuitligging of dwarsligging?

Tot ongeveer 36 weken draaien de baby's uit zichzelf naar de hoofdligging. Gebeurt dit niet dan is de kans groot dat de baby in stuitligging of dwarsligging blijft liggen. Als de stuitligging of dwarsligging bij uiterlijk 36 weken wordt ontdekt kan de verloskundige proberen de baby in de juiste positie te draaien. Dit noemen ze een uitwendige draaiing.

Laat je liever moeder natuur zijn werk doen dan is het afwachten wat de baby gaat doen. Gaat de baby niet draaien, dan moet je verplicht in het ziekenhuis bevallen en mogen zwangere vrouwen meestal kiezen of ze een vaginale stuitbevalling of een geplande keizersnede willen. Bij een dwarsligging is een vaginale bevalling niet mogelijk.

Uitwendige draaiing

Ligt je baby in de stuitligging of dwarsligging dan kan je kiezen voor een uitwendige draaiing. Sommige verloskundigen doen de uitwendige draaiing zelf, andere verwijzen je door naar het ziekenhuis.

De verloskundige of gynaecoloog probeert bij een uitwendige draaiing met zijn of haar handen de baby (aan de buitenkant van de buik) vast te pakken en te kantelen. Het is een eng en raar idee maar soms werkt het wel. Naderhand wordt er altijd een echo en hartfilmpje gemaakt om te kijken hoe het met de baby gaat.

Moxatherapie acupunctuur

Moxatherapie is een alternatieve methode om de baby te laten draaien, het is een onderdeel van acupunctuur en traditionele Chinese geneeskunde waarbij gebruik wordt gemaakt van een moxastick. De acupuncturist verwarmt de zijkant van je kleine teen een aantal minuten met een moxastick.

Studie heeft aangetoond dat de kans dat een baby draait, met moxatherapie tijdens de 33ste tot de 36ste week, vergroot wordt van 50% naar 75%. Het is raadzaam op tijd (ongeveer rond 30 weken) contact op te nemen voor deze vorm van acupunctuur.

Natuurlijke stuitbevalling of geplande keizersnede

Als de uitwendige draaiing of de moxatherapie niet gelukt is of als de baby terugdraait, gaat de gynaecoloog kijken of een natuurlijke stuitbevalling veilig is. Is dat niet het geval dan wordt het om medische redenen een geplande keizersnede. Bij ongeveer 75 tot 80% van de baby’s die in stuitligging ligt gebeurt dat. Bij ongeveer 15 tot 20% van de gevallen begon de vrouw aan een natuurlijke stuitbevalling.

Bij een keizersnede is de kans op complicaties kleiner dan bij een natuurlijke stuitbevalling. Ongeveer 1 op de 20 baby's worden opgenomen op de couveuseafdeling na een stuitbevalling. Het kan zijn dat de baby na de geboorte longproblemen heeft, extra zuurstof nodig heeft of de baby geholpen moet worden om zelfstandig adem te kunnen halen. Bij 1% van de baby’s die in stuit geboren worden kunnen botbreuken, hersenbloedingen of zenuwbeschadigingen optreden. Dit is ook een reden om de baby na de bevalling op de couveuseafdeling op te nemen.

Als de baby in stuit heeft gelegen, wordt geadviseerd om bij drie maanden na de geboorte een echoscopie van zijn of haar heupjes te laten maken. Een baby die in stuit heeft gelegen heeft een iets grotere kans op heupdysplasie. Bij heupdysplasie is de heupkom van de baby minder goed ontwikkeld en omsluit de heupkop niet goed. Als dit op tijd wordt behandeld geeft dit later meestal geen problemen meer.