Vaccinatie: je baby laten vaccineren

   Baby    Baby gezondheid    Vaccinaties voor je baby

Om te voorkomen dat je kindje ernstige kinderziektes krijgt, kun je het laten inenten. Deze vaccinaties worden gegeven op het consultatiebureau. Je hoeft er niet voor te betalen.

Oproep voor de vaccinaties

Nadat je je kind hebt aangegeven bij de gemeente, krijg je thuis een oproep om je baby te laten vaccineren bij het consultatiebureau. Deze vaccinaties zijn gratis. De Nederlandse overheid heeft het Rijksvaccinatieprogramma ontwikkeld om te voorkomen dat kinderen in Nederland besmet raken met een ernstige kinderziekte. De kinderziektes die in het vaccinatieprogramma zijn opgenomen, kunnen ernstig verlopen. Dankzij deze inentingen wordt je kindje er immuun voor.

Hoe werkt een inenting?

Je kind krijgt met een prikje een kleine dosis dode of verzwakte ziekteverwekkers ingespoten. De dosis is zo laag dat je kindje niet de ziekte zelf krijgt, maar wel afweerstoffen gaat aanmaken. Deze afweerstoffen richten zich tegen een virus of bacterie. Als je kind dan op een later moment met de ziekte in aanraking komt, herkent het de bacterie of het virus. Het lichaam gaat dan snel afweerstoffen aanmaken, om te voorkomen dat de bacterie of het virus het lichaam kan binnendringen. Je kindje is dus immuun geworden. Er is een kleine kans dat je kindje toch ziek wordt. Als dat gebeurt, verloopt de ziekte veel minder ernstig dan zonder vaccinatie.

Vaccinatieschema Rijksvaccinatieprogramma 2020

vaccinatieschema RIVM

Uitleg afkortingen vaccinatie kinderen

DKTP : difterie, kinkhoest, tetanus, polio
Hib : haemophilus influenzae type b
HepB : hepatitis B
Pneu : pneumokokken
BMR : bof, mazelen, rodehond
MenACWY : meningokokken C
DTP : difterie, tetanus, polio
HPV : Humaan Papillomavirus, dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken (alleen meisjes krijgen deze inenting)

Als je kind op het moment van een inenting ziek is kun je vaccinatie beter even uitstellen. Twijfel je of je kind wel of niet ingeënt kan worden, bel dan even met je consultatiebureau om te overleggen. Koorts is altijd een reden om een inenting een weekje uit te stellen tot je kindje is hersteld.

Bijwerkingen van de prik

Vlak na de prik kan je kindje zich even niet lekker voelen. Ook koorts, hangerigheid, een rode plek of pijn waar de prik is gegeven, onrustig slapen of extra veel slapen komen voor. Heel soms (bij 0,05% = 1 op de 2000 kindjes) zijn de bijwerkingen ernstiger, zoals verkleurde benen, langdurige of zeer hoge koorts (40.5 C of hoger), ononderbroken huilen, een wegraking of stuipen. Voor ouders betekenen de heftige reacties vaak een nare ervaring. Kinderen houden er geen blijvende schade aan over.

De meeste bijwerkingen beginnen op de dag van de inenting en duren een dag of twee. Bij de inenting tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) beginnen de bijwerkingen pas vijf tot twaalf dagen na de prik.

Vaccineren vroeger en nu

Zo'n honderd jaar geleden stierf 1 op de 4 kinderen voor zijn eerste verjaardag door een infectieziekte, zoals difterie, kinkhoest, tetanus of polio. Door de verbeterde hygiëne, voeding, huisvesting en gezondheidszorg werd het aantal sterfgevallen al teruggedrongen. In de jaren twintig van de vorige eeuw kwam er echter naast het al bestaande vaccin tegen pokken ook een vaccin tegen difterie, tuberculose, kinkhoest en tetanus. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daarbij antibiotica op grote schaal ter beschikking, waardoor sommige niet ingeënte mensen, die toch geïnfecteerd waren ook geholpen konden worden. In 1957 kwam het RijksVaccinatieProgramma (RVP). Het aantal gevallen van geïnfecteerde kinderen is voor een groot deel geheel verdwenen en sommige ziekten zijn zelfs volledig uitgeroeid. Soms ontstaan er weer epidemieën van bijvoorbeeld polio en mazelen, onder de niet-ingeënte kinderen in ons land.

Voor- en tegenstanders van vaccineren

De meeste mensen besluiten om hun kind te laten inenten. Maar dat is niet verplicht. Met name mensen met een bepaalde geloofsovertuiging en mensen met een antroposofische achtergrond. Sommige mensen zijn tegen vaccineren. Zij zijn van mening dat inenten niet onschuldig is, maar zeer gevaarlijk kan zijn. Ten gevolge van inenten zouden er vaak ernstige aandoeningen bij kinderen zijn ontstaan. Zij doen niet mee aan het programma. Of ze kiezen ervoor hun kind later te laten inenten.

Kinderdagverblijven, gastouderbureaus en peuterspeelzalen willen graag weten of je kindje meedoet aan het Rijksvaccinatieprogramma. Hun voorkeur gaat uit naar kinderen die wel zijn ingeënt. Dat verlaagt het risico voor de andere kinderen, pedagogisch medewerkers en ouders. Wettelijk gezien mogen ze niet-ingeënte kinderen niet weigeren.